Zoals ik in een vorige blogpost al vertelde, ben ik met mijn man en zoontje van 2,5 jaar op vakantie in Sri Lanka geweest. We spendeerden onze eerste dagen in Negombo, een ietwat groezelig kuststadje in de buurt van hoofdstad Colombo. Tot zo ver was onze reis gepland, maar het echte avontuur moest dus nog beginnen.
Juni is laagseizoen in Sri Lanka, en de moesson passeert dan in het westen en zuiden, de populairste toeristische regio’s. Als ik daags voor vertrek naar de weer app op mijn gsm ging kijken, zag dat er niet al te goed uit voor Colombo: alle dagen donderwolken en elk uur van de dag 90 – 100% kans op regen. Maar eens in Sri Lanka bleek dat geweldig goed mee te vallen. Hooguit 1 of 2 stevige maar korte ‘drashkes’ op een dag. M.a.w. hoeven we ons maar weinig aan te trekken van weersvoorspellingen en beslissen we om eerst richting zuiden te gaan, naar het wondermooie stadje Galle.
Het vervoer uitpluizen op Sri Lanka werd een volgende hindernis om te nemen. Eigenlijk zijn er 3 opties: de lokale bus (op sommige trajecten ook wel een expressbus), een taxi huren of met de trein. Die eerste en laatste optie zijn trouwens spotgoedkoop: ongeveer 2€ per persoon voor een traject van 4 uur. Een taxi nemen is in verhouding dan weer superduur (80-100€ voor dezelfde afstand). Op onze vorige reizen door Zuid-Oost Azië (Laos en Cambodja even buiten beschouwing gelaten) waren de verplaatsingen eigenlijk altijd vrij gemakkelijk te regelen: plaats op bus of trein reserveren in een lokaal reisbureautje en opgehaald worden aan het hotel… Of dat die verplaatsingen an sich toen altijd even vlot en gemakkelijk waren, dat laat ik hier even buiten beschouwing, maar het regelen van de reis ging toen altijd vrij vlot. We stonden wel even met onze handen in ons (onvoorbereide) haar toen bleek dat dat in Sri Lanka allemaal niet zo voor de hand liggend was.
Zonder meereizende peuter zouden we ons er geen zorgen over gemaakt hebben, maar nu ligt dat toch even anders. Vooral ook omdat we stevig geladen zijn: omdat we een rugdrager en een tentje voor Timo meehebben, konden we niet zomaar twee backpacks meenemen. Het is 1 backpack, 1 rugdrager, een grote reistas op wieltjes en een kleine dagrugzak geworden. Echt praktisch om in 1 keer mee te nemen is het niet, maar uiteindelijk hebben we onze vuurdoop dan toch doorstaan met onze eerste treinrit naar Galle.
Het treinstation van Colombo (fort) is groot en druk, maar we werden al snel de juiste richting uitgewezen door vriendelijke locals. Het was trouwens zaterdag en blijkbaar dan ook de drukste dag, oeps! En ja hoor, toen ‘onze’ trein het station kwam binnengelopen, bleek hij al afgeladen vol te zitten. We hebben ons er toch maar opgewurmd en een vriendelijke dame heeft haar plaats afgestaan zodat ik met Timo kon zitten (ik heb haar wel drie keer gevraagd of het wel ok was voor haar, nogmaals bedankt lieve mevrouw!). Heet, bedrukkend, lawaaierig, echt een pretje was het niet. Frederic heeft het eerste anderhalf uur moeten rechtstaan, bij Timo kon er wel een dutje af.
Maar de beloning was mooi bij aankomst in het prachtige stadje Galle! Volledig ommuurd met een Fort dat door de Hollanders van de VOIC gebouwd werd in de 16de eeuw, verkeersluw, vlak aan de oceaan en heel mooi bewaard (of gerestaureerd). Voor wie er ooit al is geweest, het doet wat aan Hoi An in Vietnam denken. Heerlijk om in rond te kuieren en de zichten vanop de stadsmuren zijn ronduit impressionant!
We logeerden in een eenvoudige guesthouse (Thenu Rest) bij een vriendelijke familie op een geweldige locatie: recht tegenover The Dutch Hospital, weer zo’n prachtig gerenoveerd gebouw.
Qua honger en dorst lessen kom je helemaal tot je trekken in Galle. De Westerse ‘hospitality’ invloed voel je wel, maar daar hoor je mij niet over klagen (nog authenticiteit genoeg op het menu de komende dagen). We aten geweldig goed bij o.a. Sugar in The Dutch Hospital en Heritage Café pal in het centrum. We gingen ook typische Sri Lankaanse ‘rice & curry’ eten bij Mama’s Rooftop Café, maar dat sloeg eerlijk gezegd wat tegen (zeker in vergelijking met de curries die we later nog proefden). Van andere reizigers hoorden we dat Spoon’s wel heel goed zou zijn voor Sri Lanka’s nationale gerecht. Helaas gesloten toen wij er langs liepen voor de lunch. En tenslotte waren de woodfired oven pizza’s bij Hostel Pilgrims ook heel goed. Maar wij gingen er vooral voor de geweldige tips van de uitbaatster, de Ierse Nadia, die met een local getrouwd is.
Ze regelde een uitje met een tuk tuk voor ons. De chauffeur nam ons mee naar maar liefst 5 verschillende locaties in de buurt: een tempel in een rots waar Timo als een prinsje ontvangen werd door de monniken, een ‘herbs garden’ met een ietwat opdringerige verkoper, een theeplantage, een stop bij de typische ‘stick fishermen’ van Sri Lanka en tenslotte ook nog naar een ‘turtle hatchery’. Die laatste vond Timo uiteraard fantastisch!
Galle was geweldig en een must voor iedereen die Sri Lanka bezoekt, zelfs (ik zou eerder durven zeggen vooral) tijdens het laagseizoen. Het was met spijt in het hart dat we vertrokken uit Galle, maar er wachtten een hele kudde/zwerm/school dieren op ons op onze volgende bestemmingen Tangalle en Tissamaharama!
Deel 1: Sri Lanka: op reis met onze peuter
Deel 3: Sri Lanka: de reuzeschilpadden van Asanka in Tangalle
Deel 4: Sri Lanka: Tissamaharama: het vleermuizen luchtballet en ‘the big four’ van Yala National Park
Deel 5: Sri Lanka: The Hill Country: Van Ella naar Kandy
Deel 6: Sri Lanka: Life’s a beach in Trincomalee
Deel 7: 10x doen in Colombo (met een peuter of een foodie)
1 Comment
Fantastisch om mee te mogen genieten van jullie reis naar Sri Lanka, heel graag gelezen