Waar we eerst van plan waren om 2 à 3 weken in Laos te zijn, werd het toch een volle maand. Er is veel te zien en doen, en kiezen is soms moeilijk :-). We beleefden een aantal hoogtepunten in Laos, maar zijn toch niet echt ‘ingenomen’ door het land. De beroemde vriendelijkheid van de mensen, die ontbrak wat, en het werd al bij al een hele vermoeiende maand.
Laos zouden we wel eens ‘het land van de dutjes’ kunnen noemen. De mensen maken er siesta’s waar Spanjaarden jaloers op zouden zijn! In elk winkeltje of zelfs hotel achter de balie, is een matras geïnstalleerd voor als er een uiltje moet geknapt worden. Of in elke tuktuk is er een hangmat geïnstalleerd, voor als er een tukske moet geplaceerd worden. Onze ‘gidsen’ bij The Gibbon Experience kropen ook zo lepeltje tegen mekaar aan, als er een vrij momentje was, frappant!
Pas op, begrijp me niet verkeerd, ik ben zelf fan van de occasionele powernap, maar deze dutters waren echt te gek voor woorden. We hebben het gehad dat we ergens bij een eettentje toekwamen, en er twee meisjes in een hangmat lagen te relaxen. De aanblik van ons, de eerste gasten van de middag, vervulde hen niet meteen met vreugde. Met een luide zucht gingen ze dan maar aan het werk. We hebben met enkele expats gepraat, die zelf Lao in dienst hebben, en dat is hun grootste probleem: hun werknemers gaan zoeken op hun dutjesplekjes en terug aan het werk zetten. Het is natuurlijk best wel grappig en bewonderenswaardig, zo’n laidback volkje, maar als je dan ziet hoe arm ze zijn in Laos, begrijp je niet dat de mensen niet iets meer werklust hebben. Zeker in de toerisme-sector, daar vallen toch behoorlijk wat centjes te rapen? Of is dat nu te kort door de bocht van mij?
Wij vonden het noorden van Laos absoluut het mooist. Bergachtig, rustig, en daar zijn de mensen wél heel vriendelijk. De trekking in Luang Namtha en de Gibbon Experience gaan we nooit meer vergeten. Ook de slowboat naar Luang Prabang was memorabel. Luang Prabang is een mooie stad, maar het was er wat doods deze tijd van het jaar. Als je er bent, mag je zeker ook de watervallen niet missen daar. Voor wie op souvenirjacht gaat, is de avondmarkt in Luang Prabang een aanrader: een leuke kleurrijke markt, maar bijna alles wat er te kopen valt, is ronduit brol, i.e. van zeer bedenkelijke kwaliteit (ik kocht er een broek die na één dag al helemaal gescheurd was).
Vang Vieng was een absoluut dieptepunt voor mij: rugzaktoerisme gone horribly wrong, maar daar schreef ik ook al eens over. De hoofdstad Vientiane was eigenlijk een beetje saai, er viel echt niet veel te beleven daar. En dan was er de Thakek Motorcycle Loop, waar we hoge verwachtingen van hadden, maar dat viel helaas helemaal in’t water. Tegen dat we in het zuiden van Laos waren, hadden we precies allebei erg veel behoefte aan rust, het was eigenlijk best wel een zware maand geweest, met veel uren op de bus zitten, veel gesleur en natuurlijk vele activiteiten. Die rust konden we gelukkig vinden op Si Phan Don, de 4000 eilandjes in de Mekong.
Laos is een erg mooi land, waar heel veel te beleven valt. Het reizen is er niet zo makkelijk als pakweg in Thailand of Vietnam, en je hebt er je tijd wel voor nodig. Maar je krijgt er wel duizenden glimlachjes van lieve kindjes bij, die alles laten vallen om luidkeels ‘sabaidee!!!’ te roepen als je voorbij komt. Terugwuiven en ook zo luid mogelijk sabaidee roepen is de boodschap!