Toen ik terugkwam van mijn roadtrip door de UK (in augustus 2013), stelden sommige mensen mij wel eens de vraag “Oei, was het eten niet slecht daar?”. Een vraag die echt helemaal niet meer op gaat, wist ik al veel langer na mijn vele bezoeken aan Londen en enkele jaren geleden ook aan Bristol: De UK ligt ver vòòr ons als je’t mij vraagt qua culinaire belevenissen, trends en algemene kwaliteit als het over eten gaat. Fin, meestal toch hé.
Wat me opviel:
Restaurants
Restaurantketens zijn schering en inslag, daar vertelde ik al over in een eerdere blogpost over Jamie’s Italian. Of dat nu een positieve of negatieve evolutie is, dat laat ik in het midden, maar het is over het algemeen wel een goede garantie op kwaliteit: dergelijke zaken overleven hier anders gewoon niet, en er is meestal een bekende chef die zijn naam eraan leent, dus die kunnen zich slechte kwaliteit ook niet permitteren. Voortreffelijk at ik dus bij Jamie’s Italian, maar ook bij Carluccio’s. We namen er een smakelijke tweegangenlunch voor nog geen £10 per persoon! We zijn niet opnieuw bij Raymond Blanc geraakt, maar ik twijfel er niet aan dat het daar net zo goed zal zijn.
Gastropubs
Zoek je net wat meer authenticiteit en localiteit, dan moet je bij de pubs zijn. Geen stinkende, vuile kroegen met sport (of darts) op TV, maar gezellige bruine café’s met huiselijke sfeer, vaak een creatieve dagelijks wisselende menu en uitstekende lokale biertjes op de tap (pale ale, stout). Hier kan je de echte smaakvolle Britse keuken leren kennen!
Deze bangers & mash smaakten me alvast heerlijk op een regenachtige middag.
Local food
Een trend die natuurlijk al lang ook bij ons aan de gang is, maar daar nog veel meer leeft: alles, of toch zo veel mogelijk, moet ‘local’ zijn. Als je door Engeland rijdt, en ziet wat voor een prachtig groen ‘farmersland’ het is, is dat alleen maar terecht! Overal ook zie je bordjes van farmshops. Het ‘summum’ van local food dat ik beleefde, was toen we op een boerderijcamping in Cornwall logeerden en het kleine winkeltje op de boerderij vlees van eigen runderen verkocht. We maakten ribeye klaar op ons gasvuurtje op de camping zelf. En ik kan je vertellen: nog maar zelden at ik zo’n smaakvol stukje vlees, zo zittend in het gras dat het koetje ooit zelf at (wel jammer van de slechte foto, dju toch!). Onvergetelijk!
Gezondheid
Weer iets dat nog veel meer leeft als bij ons: gezondheid. Het zal wel nodig zijn daar ook waarschijnlijk. Op alles dat je in de winkel koopt, staat heel goed aangeduid wat er allemaal inzit, van waar het komt, en meer zelfs: ze gebruiken (vaak) zelfs een ’traffic light labeling’, waarbij kleuren aanduiden welke stoffen in een product zitten goed voor je zijn en welke niet (op basis van hoeveel vet, koolhydraten enz je per dag nodig hebt). Groen is goed, en rood logischerwijze niet goed. Ik nam eens een chocolate chip cookie en zag niets dan rode ‘waarschuwingen’ op het pakje. Ik heb dat dan maar netjes teruggelegd. Eye opener!
Omschrijvingen
Niet echt een trend, maar iets dat me eerder gewoon opviel: ze kunnen het allemaal heel mooi omschrijven en verbloemen. Op menukaarten staan vaak leuke dingen te lezen als ‘topped with sunblushed tomatoes’. Of enkele lapjes spek van een ‘spoilt pig’, spreekt aan, niet? Daar kunnen wij nog iets van leren!
Supermarkten
Of het nu even langslopen was bij een klein supermarktje bij een tankstation, of de grotere supermarkten als Sainsbury’s of Selfridges, het voelde voor mij altijd aan als een uitstapje naar wonderland: leuke nieuwe producten te ontdekken, zelfs in de kleine tankstationnetje vond ik ‘baby leeks‘ en elderflower cordial: heerlijke siroop met vlierbloesem. Een waar hoogtepunt van de reis was een bezoekje aan Marks & Spencer food market. Wat ze daar allemaal hebben! Ik denk dat ik er meer dan een uur lang rondgedwaald heb, tot ergernis van mijn lief. In ieder geval: het inspireerde erg om op de camping zelf aan de slag te gaan! Was het de open lucht, de smaakvolle ingrediënten, de leuke vakantiesfeer… Het heeft me steevast fantastisch gesmaakt daar!
Wat was dan minder?
Van brood bakken hebben ze echt geen euh kaas gegeten: meestal het enige brood dat je kon krijgen was van dat spierwit sponsbrood in de supermarkt, jammer! Ijsjes zijn meestal ook softijsjes zonder veel smaak. En hoewel de biertjes erg lekker zijn, lijken de Britten niet echt wijnkenners te zijn. Op de menukaarten weinig interessants, en wat ik in de supermarkt zag sloeg alles: Weight Watchers wijn, en straffer nog: plastieken glaasjes met wijn in en dan met een membraantje bovenop, dat je er kan aftrekken, en zo heb je een kant-en-klaar fris glaasje wijn (ik zag het in een treinstation). Die gekke eilandbewoners toch!
2 Comments
wat een leuk verslag and so true! Het doet me heimwee krijgen naar Marks & Spencer en farmer’s markets.
Lekker brood is in Groot-Brittanië inderdaad een delicatesse. Het softijsje eet je vooral om de ‘flake’ die er in steekt 😉
en die glaasjes wijn zijn superhandig als je op een zomeravond na het werk nog wil gaan picknicken in het park!
Je doet me echt zin krijgen om ook eens de plas over te steken en het daar zelf even te gaan checken